ETF-strategieën voor beginners: een gediversifieerde portefeuille opbouwen

Een succesvolle ETF-portefeuille opbouwen hoeft niet te berusten op ingewikkelde strategieën of voortdurend handelen. Voor iedereen die nieuw is in ETF-beleggen, kunnen deze eenvoudige benaderingen helpen bij het creëren van een veerkrachtige portefeuille die is ontworpen voor langetermijngroei.

Dollar-cost averaging: consistentie boven timing

Dollar-cost averaging betekent dat je op vaste tijdstippen een vast bedrag belegt, ongeacht de marktomstandigheden. Deze gedisciplineerde aanpak neemt de stress weg van het proberen te timen van pieken en dalen in de markt.

Hoe het in de praktijk werkt:
Een Saxo Bank-klant die maandelijks EUR 500 in een wereldwijde aandelen-ETF belegt, koopt meer aandelen als de prijzen laag zijn en minder als de prijzen hoog staan. Na verloop van tijd leidt dit meestal tot een lagere gemiddelde kostprijs per aandeel dan bij pogingen om het instapmoment in de markt te timen.

Praktijkvoorbeeld:
Tijdens de marktvolatiliteit van 2020 kochten beleggers die hun maandelijkse storting van EUR 500 in een wereldwijde ETF handhaafden automatisch meer aandelen in maart (toen de koersen laag stonden) en minder in december (toen de koersen hoog stonden)—zonder emotionele beslissingen te hoeven nemen in onzekere tijden.

Core-satellite-strategie: stabiliteit en kansen in balans

De core-satellite-aanpak verdeelt je portefeuille in twee delen: een stabiele “core” met brede markt-ETF’s en kleinere “satellite”-posities in gespecialiseerde ETF’s.

Portefeuille-structuur:

• Core (70-80%): laaggeprijsde, breed gediversifieerde ETF’s die grote indices volgen
• Satellites (20-30%): gespecialiseerde ETF’s gericht op specifieke sectoren, thema’s of regio’s waarin je groeipotentieel ziet

Praktijkvoorbeeld:
Een beginnende belegger kan 75% van de portefeuille toewijzen aan een combinatie van wereldwijde aandelen- en obligatie-ETF’s (de core), en de resterende 25% gebruiken voor gerichte blootstelling aan bijvoorbeeld technologie, gezondheidszorg of opkomende markten (de satellites).

De 60/40-portefeuille: beproefde balans

De klassieke 60/40-portefeuille—60% aandelen en 40% obligaties—is al decennia een vaste allocatiestrategie. Ze biedt een balans tussen groeipotentieel en stabiliteit.

Moderne implementatie met ETF’s:

• 60% in aandelen-ETF’s (eventueel verdeeld over wereldwijde, regionale en sector-ETF’s)
• 40% in obligatie-ETF’s (staatsobligaties, bedrijfsobligaties of een mix, afhankelijk van je risicotolerantie)

Praktijkvoorbeeld:
Een Saxo Bank-klant die bijna met pensioen gaat, kan dit toepassen door 60% in een wereldwijde aandelen-ETF te beleggen en 40% in een hoogwaardige bedrijfsobligatie-ETF. Zo ontstaat een portefeuille die verschillende marktomgevingen kan doorstaan en toch groeipotentieel heeft.

De drie-fondsen-portefeuille: eenvoud op zijn best

Voor wie ultieme eenvoud wil, gebruikt de drie-fondsen-portefeuille slechts drie breed gediversifieerde ETF’s om een wereldwijd gespreide mix te creëren.

Onderdelen van de portefeuille:

• Een totaal binnenlands aandelenmarkt-ETF (bijvoorbeeld voor je eigen land of regio)
• Een totaal internationaal aandelenmarkt-ETF (met ontwikkelde en opkomende markten buiten je eigen regio)
• Een totaal obligatiemarkt-ETF (voor vaste inkomensblootstelling)

Praktijkvoorbeeld:
Een Europese belegger kan 40% toewijzen aan een STOXX Europe 600-ETF, 30% aan een MSCI World ex-Europe-ETF en 30% aan een European Aggregate Bond-ETF—om zo met slechts drie posities wereldwijd gespreid te zijn.

Leeftijdsgebonden activaspreiding: aanpassen aan je tijdshorizon

Deze strategie baseert de verhouding aandelen/obligaties op je leeftijd en wordt automatisch voorzichtiger naarmate je dichter bij je beleggingsdoel komt.

Traditionele formule:
Trek je leeftijd af van 100 om je aandelenpercentage te bepalen (de rest in obligaties)

Moderne aanpassing:
Veel financieel professionals raden tegenwoordig aan om van 110 of 120 uit te gaan in plaats van 100, gezien de toenemende levensverwachting en de behoefte aan groei.

Praktijkvoorbeeld:
Een 30-jarige die deze aanpak volgt, kan 80-90% toewijzen aan aandelen-ETF’s en 10-20% aan obligatie-ETF’s, en stap voor stap meer obligaties toevoegen naarmate de jaren verstrijken.

De belangrijkste strategie voor beginners is degene die je daadwerkelijk blijft volgen. Kies een aanpak die past bij je temperament en beschikbaarheid, en houd je eraan tijdens verschillende marktcycli voor de beste langetermijnresultaten.