Moet u investeren in de bouwsector? De rol van arbeidstekorten & kosten
Saxo Group
Bouw is altijd van cruciaal belang geweest voor economische groei, maar de krachten die de sector vandaag de dag vormgeven, zien er anders uit. Arbeidstekorten, stijgende materiaalkosten en de langzame vooruitgang van bouwautomatisering zetten druk op traditionele projectmodellen. Voor beleggers beweegt de bouwsector zich niet langer uitsluitend in voorspelbare vastgoedcycli. De sector weerspiegelt nu diepere structurele verschuivingen in toeleveringsketens, demografie en regelgevingskaders.
Terwijl overheden aandringen op infrastructuurvernieuwing en steden blijven groeien, blijft de vraag stabiel. Toch zorgen hogere kosten, minder gekwalificeerde arbeidskrachten en nieuwe milieunormen voor meer risico bij de uitvoering. Bouw biedt nog altijd kansen voor veerkrachtige, langetermijnrendementen, maar inzicht in de toekomstige richting van de sector en de uitdagingen die groei kunnen ondermijnen, is belangrijker dan ooit.
Hoe groot is de bouwsector en waarom is dat belangrijk?
De bouwsector vormt een belangrijk fundament van de wereldeconomie, met jaarlijkse bouwactiviteiten ter waarde van meer dan 15 biljoen USD. Dat komt neer op ongeveer 13% van het wereldwijde bbp, verdeeld over residentiële, commerciële, industriële en infrastructurele projecten. In veel nationale economieën, met name in opkomende markten, biedt de bouwsector cruciale werkgelegenheid en ondersteunt het de bredere economische ontwikkeling.
Vooral investeringen in infrastructuur blijven een fundamentele motor voor langdurige stadsontwikkeling en concurrentiekracht. Wegen, bruggen, energienetten en openbaarvervoersnetwerken doen meer dan gemeenschappen verbinden; ze scheppen essentiële voorwaarden voor handel, innovatie en kapitaalinvesteringen. Daarom staan investeringen in infrastructuur steevast hoog op de beleidsagenda's gericht op het versterken van economische veerkracht en verstedelijking.
Wereldwijd groeit de bouwsector, maar niet overal even sterk. Opkomende economieën maken een snelle groei door door urbanisatie en demografische verschuivingen, terwijl volwassen markten zich in een langzamer en cyclischer tempo ontwikkelen. Stijgende rentetarieven, inflatiedruk en veranderende regelgeving zorgen voor nieuwe onzekerheden. Historisch gezien correleert bouwactiviteit sterk met economische cycli: tijdens een neerwaartse fase lopen projecten vaak vertraging op, wordt de financiering krapper en vertraagt de groei. Deze cyclische gevoeligheid maakt volatiliteit op de bouwmarkt een belangrijk aandachtspunt voor beleggers.
De afgelopen jaren hebben deze dynamiek duidelijk zichtbaar gemaakt. Door pandemiegerelateerde sluitingen, gevolgd door verstoringen in de toeleveringsketen en oplopende inflatie, kwam het tot grote schommelingen in projectschema’s, materiaalkosten en vraagprognoses. Hoewel de bouwsector veerkracht heeft getoond, blijft hij kwetsbaar voor veranderingen in monetair beleid, arbeidsaanbod en mondiale toeleveringsketens. Deze factoren blijven een directe en blijvende invloed uitoefenen op projectpijplijnen, operationele marges en winstgevendheid in de sector.
Stijgende kosten in de bouw: materialen en meer
De kosten in de bouw zijn de afgelopen jaren sterk gestegen, als gevolg van een combinatie van verstoringen in de toeleveringsketen en aanhoudende inflatie in belangrijke inputs. Materialen zoals staal, beton en hout hebben flinke prijsstijgingen doorgemaakt. Zo steeg in de Verenigde Staten bijvoorbeeld de Producer Price Index (PPI) voor bouwmaterialen van 234,30 in april 2020 naar 334,84 in maart 2025—een stijging van meer dan 42%. Hoewel de prijzen tussen eind 2022 en 2024 deels zijn afgenomen, liggen ze nog steeds ruim boven het niveau van vóór de pandemie en begonnen ze in het begin van 2025 weer te stijgen.
De oorzaken van de stijgende bouwkosten zijn niet langer beperkt tot tijdelijke schokken. Wereldwijde energieprijzen, transportknelpunten en geopolitieke instabiliteit hebben allemaal bijgedragen aan aanhoudende inflatie in inputs. Naast de materiaalkosten worden aannemers ook geconfronteerd met stijgende kosten voor verzekeringen, projectfinanciering en naleving—vooral voor projecten die moeten voldoen aan milieucertificeringen of ESG-gerichte bouwnormen.
Als reactie herzien projectontwikkelaars en hoofdaannemers hun aanpak voor het beheersen van kostengerelateerde risico’s. Vasteprijsovereenkomsten komen minder vaak voor, met een toenemende verschuiving naar cost-plus- of gedeelde-risicostructuren. In sommige markten zien we ook een trend naar modulaire bouw en prefabricage, waarmee de tijd op locatie kan worden verkort en de kosten beter beheersbaar blijven. Desondanks blijft de grote volatiliteit van de inputprijzen de traditionele projectbegroting verstoren, wat leidt tot vertragingen of uitstel van investeringen.
Voor beleggers verlaagt de stijgende kostenvolatiliteit de voorspelbaarheid van marges en vergroot het het operationele risico. Er zit vaak een tijdsverschil tussen het toekennen van het contract en de inkoop, waarin verschuivingen in materiaalkosten de marges kunnen aantasten als deze niet voldoende worden afgedekt of contractueel worden doorberekend. Het begrijpen van hoe bouwbedrijven hun kostengerelateerde risico’s beheren, is dan ook essentieel geworden bij het beoordelen van hun blootstelling aan de sector.