Klaar om te beginnen?
Een rekening openen doet u geheel online in drie eenvoudige stappen.
Beleggerstrainer SaxoAcademy
Samenvatting: Welke impact kunnen optieposities hebben op de onderliggende markt? En hoe hoe zie je dit terug als je kijkt naar de sterke toename in de (zeer kortlopende) optiehandel op de S&P500? Peter Siks zet uiteen en bespreekt een aantal kernbegrippen.
Level: Ervaren
In dit artikel beschrijf ik wat de potentiële impact kan zijn van optieposities op de onderliggende markt. Om het mechanisme goed helder te krijgen worden eerst een paar kernbegrippen uitgelegd. Dit zijn volatility, delta’s en premie long versus premie short posities. En hoe tot slot alles min of meer bij elkaar komt bij de sterke toename in de handel in (zeer) kortlopende opties op de belangrijkste Amerikaanse aandelenindex, de S&P500.
Let wel: Opties zijn risicovolle, complexe producten en vereisen kennis, beleggingservaring en in veel toepassingen een hoge risicoacceptatie. Wij adviseren u, voordat u in opties belegt, zich goed te informeren over de werking en risico’s en de kennis- en ervaringstoets te doorlopen. Als u zich eerst verder wil verdiepen, kunt u bijvoorbeeld ook het webinar Beginnen met opties terugkijken.De historische volatilty is gebaseerd op het koersbewegingen uit het verleden. Het wordt ook wel de gerealiseerde volatility genoemd. Volatility geeft inzicht in de beweeglijkheid van een onderliggende waarde. Het is weliswaar geen garantie voor de toekomst, maar geeft iets van een indicatie. Als belegger bent u waarschijnlijk vooral geïnteresseerd in de volatility in de toekomst. Gelukkig is die er. Deze kan namelijk gedestilleerd worden uit de optieprijzen die nu op het scherm staan. Dit wordt de ‘implied volatility’ genoemd: een inschatting van de markt over de volatility van die onderliggende waarde. De bekendste volatility-index is de VIX, waar ik later in dit artikel meer over vertel.
Implied volatility heeft een aantal eigenschappen en inzicht hierin helpt om de huidige situatie te duiden.
Implied volatility verschilt voor verschillende looptijden. De implied volatility van opties met een looptijd van 10 dagen is normaal gesproken anders dan van opties die nog 14 maanden lopen. Een van de waarnemingen is dat naarmate de looptijd toeneemt, de implied volatility stabieler is. Kortom, de implied volatility van een kortlopende optieserie kan veel extremer bewegen dan die van een langlopende optieserie. En dat is precies wat belangrijk in de huidige markt, omdat er nu met name veel gehandeld wordt in de (zeer) kortlopende opties.
Deze eigenschap houdt in dat er bij een onderliggende waarde een gemiddelde volatiliteit hoort. Let wel, de gemiddelde implied volatility van de opties kan dus wel per looptijd behoorlijk verschillen. Het is te kort door de bocht om te zeggen dat de gemiddelde implied volatility van index XYZ 17% is. Er kan een verschil tussen de implied volatility van kortlopende en langlopende optieseries zijn van vele procenten.
In het algemeen geldt dat stijgingen in de aandelenmarkten rustig verlopen. Dit in tegenstelling tot dalingen. Deze kunnen heftig zijn. Dit leidt ertoe dat de implied volatility in stijgende markten veelal daalt en vice versa. Een voorbeeld hiervan is de S&P 500 gedurende 2017. In de index steeg heel gestaag en de historische volatility daalde tot decennia niet geziene niveaus.
Een optieprijs bestaat uit (mogelijk) een intrinsieke waarde en tijdswaarde. De tijdswaarde wordt bepaald door de rente (kleine impact), het dividend (kleine impact), de looptijd (grote impact) en de volatility (nog grote impact). Als een onderliggende waarde veel beweegt – of als beleggers verwachten dat er veel beweging komt -, juist dan zijn beleggers bereid veel te betalen voor de tijdswaarde. Er is dus sprake van een hoge implied volatility. Een voorbeeld om dit te illustreren:
Als de IV zou stijgen naar 42%, wordt de waarde van de put 5,40 (en de delta stijgt naar -25). Als de IV 60% zou zijn, wordt de waarde van de put 10,35 (met een delta van -31).
De bekendste volatility index is de VIX. Deze index geeft (real-time) weer wat de implied volatility is van de opties op de S&P500-index met een looptijd van 30 dagen. Het wordt ook wel de ‘angst barometer’ genoemd. Hoe hoger de stand van de VIX, hoe meer beleggers (blijkbaar) bereid zijn te betalen voor opties. En ze zijn hiertoe alleen bereid als ze angstig en/of onzeker zijn. Kijkend naar een ‘normale’ stand voor de VIX index, wordt het tricky. Het gemiddelde ligt zo rond de 20%. Als de middelste waarneming – de mediaan - wordt genomen uit 10 jaar historie (2004 t/m 2013) is dit 17%. Op dit moment noteert de VIX rond de 23%.
De delta is een van de optiegrieken die inzicht geeft in wat de exposure in de markt op dit moment is. Simpel gezegd: een optiepositie met een positieve delta heeft baat bij een stijging van de onderliggende (en andersom voor een negatieve delta). Nu zijn er twee notaties van delta’s. Bij de ene is de delta tussen de 0 en 1 en bij de ander tussen de 0 en 100. In dit artikel wordt gewekt met de tweede manier van noteren.
Voor het juiste begrip over wat de delta is vindt u hieronder de drie definities die er zijn van de delta:
Gekochte call optie | Positieve delta |
Gekochte put optie | Negatieve delta |
Geschreven call optie | Positieve delta |
Geschreven put optie | Negatieve delta |
De delta van een optie is ongeveer 50 als de optie at the money is. Het enige dat we zeker weten is dat de Delta van de optie groter dan 50 is als de optie in the money is en kleiner dan 50 als de optie out of the money is. Hoeveel deze afwijkt is afhankelijk van de mate van In of Out of the Money zijn, de looptijd en de volatility.
De delta positie verandert continu. U kunt op een bepaald moment een complexe optiepositie hebben die een delta van 0 heeft, maar als de onderliggende waarde € 0,50 beweegt is de kans heel groot dat uw delta positie niet meer nul is. De deltapositie is dus eigenlijk een momentopname die verandert in de tijd.
Iets dat een hoop beleggers zich niet realiseren is de invloed van de looptijd op de delta van een optie. Wat u dient te onthouden is het volgende: naarmate de looptijd van de optie langer is, zal de delta meer richting de 50 gaan neigen. Stel een aandeel noteert € 100 en er is een call optie met een uitoefenprijs van 90 met een looptijd van een week en er is een call optie met uitoefenprijs 90 met een looptijd van vijf jaar. De delta van de optie met een kortere looptijd zal vrijwel 100 zijn. Dit betekent dat iedere euro beweging in de onderliggende waarde vrijwel één op één terug te vinden is in de prijs van de optie.
De 90 call met een looptijd van vijf jaar zal anders bewegen. Want denk hierbij nog even aan de tweede definitie. Deze definitie zei dat de delta de kans is dat deze optie op expiratie in the money zal zijn. En in vijf jaar kan er een hoop gebeuren.
De delta van de call optie met de langere looptijd is dus boven de 50 – hij is tenslotte in the money – maar niet heel veel. De delta van deze optie zou goed (maar) 55 kunnen zijn.
U ziet dus dat de korter lopende optie die in de money is vrijwel één op één beweegt met de onderliggende waarden en dat de langlopende optie veel minder hard meebeweegt.
Het hierna geschetste voorbeeld is een versimpeling van de werkelijkheid maar geeft in essentie aan wat er gebeurt als u, particuliere belegger, 25 call opties koopt met een delta van 40. (Deze call is dus licht Out of The Money want de delta is kleiner dan 50.)
De kans is groot dat u deze koopt van een marketmaker. Hij zit dus 25 calls short en dit leidt tot een negatieve deltapositie van 1.000 voor de marketmaker. Hij zal zich indekken door 1.000 aandelen te kopen. Hij zit nu delta neutraal. Anders gezegd: hij zal zijn deltapositie hedgen.
Een andere manier om hiernaar te kijken is door de koper van de opties speculanten te noemen en de verkopers van de opties hedgers. Kortom, de speculant dekt zijn positie niet af waar een hedger dit wel zal doen.
Waar het in bovenstaand voorbeeld om een individuele belegger tegenover een specifieke marketmaker, geldt dit uiteraard op een hoger niveau. Want stel nu eens dat het publiek vooral opties komt kopen?
Dit kunnen zowel calls als puts zijn, en zou ertoe kunnen leiden dat de professionele marketmakers calls en puts moeten verkopen en dus met een ‘premie short’ positie eindigen. Het publiek zit per saldo ‘premie long’, zij zijn de kopers van de opties. Om het te versimpelen stellen we dat het publiek de delta 30 call gekocht heeft en daarbij ook de delta 30 put. De positie van ‘de marketmakers’ is neutraal (de short call geeft negatieve delta’s terwijl de short put positieve delta’s geeft). Maar u weet dat de delta’s niet statisch zijn maar dynamisch. Ze worden beïnvloed door de looptijd, de koers van de onderliggende waarde en de implied volatility.
Stel nu dat de onderliggende waarde met 2% daalt. Voor de opties met een korte looptijd heeft dit een grote impact op de delta. Dit wordt verduidelijkt in het volgende voorbeeld:
Onderliggende waarde: | 391 | ||
Looptijd: | 7 dagen | ||
Short call 398 | $ 2,17 | delta -30 | (IV 22%) |
Short put 382 | $ 2,98 | delta +30 | (IV 31%) |
Totaal | $ 5,15 | delta 0 |
Nu zakt de onderliggende waarde in korte tijd met 2% naar 383.
Onderliggende waarde | 383 | ||
Looptijd | 7 dagen | ||
Short call 398 | $ 1,20 | delta -15 | (IV 27%) |
Short put 382 | $ 6,98 | delta +46 | (IV 36%) |
Totaal | $ 8,18 | delta + 31 |
Ten eerste wordt de prijs van de strangle fors hoger, maar ook de deltapositie veranderd aanzienlijk. Een delta neutrale positie wordt een positieve delta positie. Per keer dat de marketmakers deze strangle short zit, moeten er 31 aandelen verkocht worden.
Het punt is dat de hedgende marketmakers in een dalende markt aandelen moeten verkopen om delta neutraal te blijven. (Als de markt zou stijgen vanuit de uitgangspositie hadden ze aandelen moeten kopen). De professie moet dus – om te hedgen bij een premie short positie – met de richting van de markt mee handelen. Bij stijging zijn ze koper en bij een daling zijn ze verkoper.
In een wereld waarin er continue handel zou zijn, gaan de bewegingen theoretisch niet schoksgewijs. In de echte wereld echter is dit niet het geval.
Denk bijvoorbeeld aan economische cijfers met een grote market impact, maar ook aan het feit dat de markt sluit. Wanneer deze de volgende dag weer opent, kan de opening fors afwijken van het slot van de voorgaande dag. Dit zou dus kunnen leiden tot een forse verandering van de deltaposities van de professie die in de (net geopende) markt gehedged moet worden. Als die opening lager is, zal er verkocht moeten worden om delta neutraal te blijven, oftewel extra verkoopdruk. (Als de professie premie short zit).
Gelukkig is voor de belangrijkste aandelenindex ter wereld, de S&P500, wel vrijwel continue mogelijkheid om te handelen (lees: hedgen). Er kan van maandag tot en met vrijdag vrijwel 24 uur per dag gehandeld worden in de mini-future die deze index volgt. Wat overblijft zijn twee belangrijke risico’s: het weekend met een potentiële gap-opening op maandag, en economische cijfers met een grote impact.
Hoe komt bovenstaande bij elkaar in de huidige markt? Er is een nieuwe groep (Reddit)beleggers bijgekomen die volop speculeren met opties met extreem korte looptijden. Op dit moment is de omzet in de Amerikaanse optiemarkt geconcentreerd in de kortlopende opties. 45% van de gehandelde opties expireren binnen 5 dagen. Een aparte groep daarbinnen zijn de 0DTE-opties (Zero Days To Expiry). De strategie die het publiek hanteert is het kopen van opties in de morgen en die dan in de loop van de dag weer (hopelijk met winst) te verkopen. Het leidt dus tot de situatie als hierboven geschetst: het publiek zit per saldo premie long en de professie zit per saldo premie short. En omdat de professie de deltapositie dynamisch zal willen hedgen, kan dit leiden tot een versterking van de ingezette beweging.
Het gevaar op moment van schrijven (d.d. 12 maart 2023) is dat de markt echt de impact gaat voelen van de hedgende marketmakers. Dit is al te zien in de ontwikkeling van de VIX-index. Waar deze op 9 maart nog iets onder de 20 handelde, werd op vrijdag 10 maart al kort de 27 aangetikt. Dit zou goed een voorbode kunnen zijn van (veel) hogere prints in de VIX en lagere koersen voor aandelen.
Opties zijn risicovolle, complexe producten en vereisen kennis, beleggingservaring en in veel toepassingen een hoge risicoacceptatie. Wij adviseren u, voordat u in opties belegt, zich goed te informeren over de werking en risico’s en de kennis- en ervaringstoets te doorlopen. In de Gebruikersvoorwaarden van Saxo Bank vindt u hier meer informatie over in de Belangrijke Informatie Opties, Futures en Margin. Ook kunt u op de website van Saxo Bank het Essentiële-informatiedocument van de optie raadplegen waarin u wilt beleggen. U kunt alleen handelen in opties als u de Overeenkomst Derivaten heeft afgesloten. Opties zijn niet geschikt voor beginnende beleggers omdat het complexe beleggingsproducten zijn. Voor de geïnformeerde beleggers zijn opties mogelijk geschikt. Dit komt omdat opties niet alleen offensief ingezet kunnen worden maar ook defensief. Denk hierbij aan het kopen van puts ter bescherming of het gedekt schrijven van call opties dat enige buffer voor een neerwaartse beweging geeft. Voor gevorderde beleggers zijn opties geschikt omdat deze belegger in staat wordt geacht een juiste inschatting van de risico’s die behoren bij het beleggen in opties.
Saxo Vakantiegeldactie: de slimste bestemming voor uw vakantiegeld!
Beleggen kent risico’s, uw inleg kan minder waard worden.
De informatie op deze pagina is niet bedoeld als individueel beleggingsadvies of als een individuele aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. De beloning van de auteur van dit artikel staat/stond/zal niet direct of indirect in relatie (staan) met zijn specifieke aanbevelingen of standpunten. Ondanks het feit dat Saxo Bank alle zorgvuldigheid in acht neemt bij het samenstellen en onderhouden van deze pagina's, en daarbij gebruik maakt van bronnen die betrouwbaar geacht worden, kan Saxo Bank niet instaan voor de juistheid, volledigheid en actualiteit van de geboden informatie. Indien u zonder verificatie of advies gebruikmaakt van de verstrekte informatie, doet u dat voor eigen rekening en risico. Aan de informatie op deze pagina's kunnen geen rechten worden ontleend. Saxo Bank is een handelsnaam van BinckBank N.V.. Beleggen brengt risico’s met zich mee. Uw inleg kan minder waard worden. Meer informatie over de specifieke productrisico’s kunt u lezen op de productpagina’s.