Outrageous Predictions
België legt strategische cacaovoorraad aan in Grote Choco Kluis (GCK)
Ole Hansen
Hoofd Grondstoffenstrategie
Saxo Group
Valutamarkten beschouwen regionale valuta vaak als één blok. Toch gaat die aanname niet op voor de Noordse regio. De Deense kroon (DKK), de Noorse kroon (NOK), de Zweedse kroon (SEK) en de IJslandse króna (ISK) klinken misschien vergelijkbaar, maar hun gedrag op de wereldmarkten is allesbehalve uniform.
Elke van deze valuta’s wordt anders beheerd. Sommige zijn gekoppeld aan de euro tegen een vaste wisselkoers, terwijl andere dagelijks veranderen op basis van marktwerking. Hun waarde reageert bovendien op diverse factoren, zoals olieprijzen, rentetarieven of seizoensgebonden handelsstromen. De mate van stabiliteit en de handelscondities zijn dan ook verre van identiek.
De term ‘Noordse valuta’ verwijst naar de officiële munteenheden die worden gebruikt in Denemarken, Noorwegen, Zweden en IJsland. Deze omvatten de Deense kroon (DKK), de Noorse kroon (NOK), de Zweedse kroon (SEK) en de IJslandse króna (ISK). Hoewel ze hun naam ontlenen aan het historische idee van een ‘kroon’, wordt elke munt afzonderlijk uitgegeven en gedraagt deze zich anders op de valutamarkt.
Deze vier landen vormen de Noordse regio, die vaak wordt verward met Scandinavië. In financiële en geografische zin omvat Scandinavië alleen Denemarken, Noorwegen en Zweden. IJsland is geen onderdeel van Scandinavië, maar wel van de Noordse regio. Dit verschil is van belang, vooral voor wie bijvoorbeeld valuta-instellingen vergelijkt of regionale valutarisico’s volgt.
Om misverstanden te voorkomen, hanteert deze gids de term ‘Noordse valuta’. Daar valt ISK eveneens onder, naast de vaker verhandelde DKK, NOK en SEK.
Hieronder vindt u een kort overzicht van de vier valuta:
| Land | Ticker | Lokale naam |
|---|---|---|
| Denemarken | DKK | Dansk krone |
| Noorwegen | NOK | Norsk krone |
| Zweden | SEK | Svensk krona |
| IJsland | ISK | Íslensk króna |
Ondanks de vergelijkbare benaming zijn deze valuta niet uitwisselbaar en hebben ze geen gezamenlijk monetair orgaan. Elk land heeft een eigen centrale bank en een uniek beleidskader.
Het is ook belangrijk om te vermelden dat Finland deel uitmaakt van de Noordse regio, maar de euro (EUR) gebruikt. De euro wordt daarom niet als een Noordse valuta beschouwd, ondanks de nauwe banden van Finland met zijn buurlanden. Evenzo gebruiken de Faeröer en Groenland de Deense kroon, maar ze hebben geen eigen munteenheid.
Hoewel alle vier de Noordse valuta worden uitgegeven door onafhankelijke centrale banken, verschillen hun wisselkoerssystemen aanzienlijk. Deze verschillen beïnvloeden hoe elke munt reageert op externe schokken, veranderingen in rentetarieven en mondiale kapitaalstromen.
De Deense kroon (DKK) is gekoppeld aan de euro via het ERM II-mechanisme (Exchange Rate Mechanism II). Dit betekent dat de waarde zeer dicht bij een vaste wisselkoers ten opzichte van de euro blijft, met alleen kleine afwijkingen. Danmarks Nationalbank grijpt in de valutamarkt in indien nodig om deze stabiliteit te handhaven. Door de koppeling heeft DKK een voorspelbaar profiel, maar heeft Denemarken minder monetaire onafhankelijkheid.
De Noorse kroon (NOK) kent een beheerde zwevende wisselkoers. Er is geen officieel koersdoel ten opzichte van andere valuta, maar Norges Bank kan in specifieke gevallen ingrijpen om buitensporige volatiliteit te beperken. Omdat Noorwegen een belangrijke olieproducent is, reageert de kroon vaak op veranderingen in energieprijzen, met name die van Brent-olie. Hoewel NOK relatief stabiel is, zorgt de band met grondstoffen af en toe voor schommelingen.
De Zweedse kroon (SEK) is volledig vrij zwevend. Sinds 1992 laat de Riksbank de koers van SEK afhangen van vraag en aanbod in de markt, uitsluitend geleid door een inflatiedoelstelling. Deze aanpak biedt Zweden maximale monetaire flexibiliteit, maar maakt de munt vatbaarder voor sterke schommelingen, vooral in tijden van wereldwijde onzekerheid of wanneer de renteverwachtingen afwijken van andere grote economieën.
De IJslandse króna (ISK) zweeft eveneens, maar met opvallende verschillen. Na de financiële crisis van 2008 voerde IJsland kapitaalcontroles in en werd het kader voor valutabeheer grondig hervormd. Tegenwoordig wordt ISK vrij verhandeld, maar de munt blijft gevoelig voor scherpe bewegingen als gevolg van de kleinere economie, de geconcentreerde exportbasis en de relatief lage liquiditeit op de valutamarkten. ISK is van de vier valuta het meest volatiel.